Tussen de seconden
Altijd te laat.
Of te vroeg.
Op het verkeerde moment.
Kruipend…
Flitsend…
Als een klok zonder wijzers.
Wanneer ik haast heb, staat hij stil.
Hij verleidt me met oneindigheid.
Ik wil grijpen,
maar hij glipt.
Te veel minuten
in één seconde,
te weinig leven
in een uur.
Een gesprek dat te kort voelt,
een liefde die te snel voorbijgaat.
In een gesprek vliegt hij,
in eenzaamheid kruipt hij.
Bij afscheid versnelt hij,
bij wachten verstikt hij.
Tijd glipt door mijn dagen
loopt weg uit mijn nachten.
Een vriend die nooit blijft slapen,
een vijand die toch mijn hand vasthoudt.
Hij glipt door mijn vingers,
maar schrijft elke rimpel
in mijn gezicht.
En in het einde van elke minuut,
in de stilte tussen de tikken,
vind ik mezelf. Zonder te verstikken.